Antibiotica
Onder antibiotica verstaan we medicijnen die infecties bestrijden die veroorzaakt worden door bacteriën. Antibiotica worden verdeeld in twee hoofdgroepen:
Breedspectrum-antibiotica:
Deze antibiotica bestrijden niet een specifieke groep bacteriën, maar ze bestrijden bacteriën in het algemeen. Ze worden voorgeschreven wanneer het niet duidelijk is welke bacterie de infectie veroorzaakt.
Smalspectrum-antibiotica:
Deze antibiotica werken tegen een of een beperkt aantal bacteriën, dit wordt voorgeschreven indien uit kweken van lichaamsmateriaal (urine, bloed, ontlasting etc.) duidelijk is geworden welke bacterie de infectie veroorzaakt.
Mensen die antibiotica gebruiken, kunnen last krijgen van ongewenste bijwerkingen. Bekende bijwerkingen van antibiotica zijn:
Diarree
Diarree kan ontstaan doordat er altijd micro-organismen in de darmen aanwezig zijn die een bijdrage leveren aan een gezonde vaste ontlasting. De antibiotica bestrijden ook de ‘goede’ bacteriën, waardoor de darmflora uit evenwicht raakt, met mogelijk diarree als gevolg.
Overgevoeligheid
Sommige mensen zijn allergisch voor bepaalde antibiotica, zodat bij een kleine dosis reeds jeuk en huiduitslag kan ontstaan. Antibiotica moeten altijd een aantal dagen achter elkaar toegediend worden. We spreken van een antibioticakuur. Ook als de klachten verdwenen zijn, moet de kuur afgemaakt worden. Als de kuur niet afgemaakt wordt, kan er altijd nog een hoeveelheid micro-organismen in het lichaam blijven die later weer toeneemt en opnieuw een ziekte veroorzaakt.
Resistentie is een probleem bij antibiotica. Resistentie is het verschijnsel dat bacteriën door aanpassing ongevoelig worden voor een antibioticum, waardoor het niet meer werkzaam is. Als een bacterie resistent is geworden, zal er een ander antibioticum toegediend moeten worden. Om te voorkomen dat er teveel bacteriën resistent worden, zal de arts antibiotica niet vaker voorschrijven dan noodzakelijk.